Lavendel geeft geur én kleur aan uw tuin. U kunt er een sierlijke haag van maken, een border mee verrijken (bijvoorbeeld in combinatie met rozenstruiken!) of de potten op uw terras of balkon mee vullen. Het handige is: lavendel blijft lang mooi en vraagt weinig onderhoud.

Stap 1: planten kan bijna altijd

In tegenstelling tot veel andere jonge planten kan jonge lavendel tegen een stootje. Zolang het maar niet al te hard vriest, kunt u lavendel in uw tuin plaatsen. De meeste optimale planttijd is zo rond oktober, wanneer de bodem van uw tuin nog lekker warm is. Plaats lavendel bij voorkeur op een zonnig plekje in uw tuin, in zanderige grond die het water goed doorlaat. Gebruik nooit bemeste tuinaarde als bodem. Daar gaat lavendel van dood.

Stap 2: wel kalk, geen mest en water

Lavendel is een kalkminnende plant. Strooi daarom na het planten drie à vier keer de op de verpakking voorgeschreven hoeveelheid kalk bij de planten. Verwerk een deel van de kalk in de grond.

Mesten moet u juist niet doen. Dan legt uw lavendel namelijk het loodje.

Ook water geven is niet nodig en verstandig, tenzij het lange tijd tropisch warm is. Natuurlijk moet lavendel in potten wel af en toe een gietertje krijgen.

Stap 3: snoeien, snoeien en nog eens snoeien

Om lavendel lang mooi te houden, is snoeien cruciaal. Er zijn drie belangrijke snoeimomenten.

1. Zodra de winter voorbij is snoeit u ongeveer een derde van de plant terug. Snoei tot net boven de nieuwe scheuten en laat wat blad aan de takken zitten. Anders bloeit de lavendel straks niet meer.

2. In het voorjaar topt u de lavendel twee keer. Dat zorgt ervoor dat de plant nieuwe scheuten vormt en lekker vol wordt. Bovendien houdt de plant het dan langer vol.

3. Als de lavendel is uitgebloeid, maakt u de lavendel winterklaar. Verwijder daarvoor met een snoeischaar de uitgelopen bloemen. Doe dit uiterlijk begin oktober. Dan heeft de lavendel weer mooie grijze bollen voor de winter begint.